Willem de Kooning werd geboren in Rotterdam op 24 april 1904. Zijn ouders waren Leendert de Kooning en Cornelia Nobel. Ze scheidden toen hij ongeveer 5 jaar oud was en zijn moeder en stiefvader voedden hem op. In 1916 begon hij in de leer bij een decoratieatelier/schildersbedrijf en begon hij met een avondcursus aan de Rotterdamse Academie. Hier kreeg hij het vak met de paplepel ingegoten en werkte zich gestaag op. In 1920 ging hij werken voor een interieurontwerper van een groot warenhuis (het huidige Metz te Amsterdam). In 1926 ging hij als verstekeling op een boot naar de stad New York, en ging wonen in Hoboken in New Jersey, waar hij werkte als huisschilder. Vanwege zijn vakmanschap als decoratie- en huisschilder verdiende hij een goed inkomen. Het maken van kunst was toen nog een nevenactiviteit. In 1927 verhuisde hij naar een studio in Manhattan en werd beïnvloed door de artiest, kunstkenner en kunstcriticus John D. Graham en de schilder Arshile Gorky. Gorky werd ook één van zijn beste vrienden.
In oktober 1935 begon hij te werken voor het Federal Art Project, een kunstproject van de overheid. Hij werkte voor dit programma, tot juli 1937 toen hij ontslag moest nemen omdat hij geen Amerikaans staatsburger was. Tijdens het project werkte hij aan een muurschildering onder mentorschap van Fernand Léger. Het project werd nooit voltooid omdat de opdrachtgever er afstand van nam nadat hij er achter was gekomen dat Léger (een communist) erbij betrokken was. Ondertussen had hij, na zijn brood te hebben verdiend in de vroege jaren van de Grote Depressie met commercieel werk, wel de kans gehad om zich volledig aan creatief werk te wijden. |